Swayambu (=monkeytempel) Kathmandu
19 nov 2013
Morgen is de dag van de verkiezingen. Door een bevel van de regering: “geen verkeer!”, hopen ze deze uitslag te winnen. (ieder moet, gelijk in de bijbel, afreizen naar zijn geboorteplaats en dat kan lastig zijn zonder auto of bus) Alle winkels zijn ook dicht, (omdat iedereen het toch gaat proberen, desnoods lopend) dus wat te doen? Schilderen en lezen maar en een rondje lopen om de Swayambu-stupa.
Liep “vanzelf” met alle oude Tibetaanse vrouwtjes mee met de klok rond, terwijl ik eigenlijk alleen maar even recht de berg-trap op wilde en een klein rondje om de stupa zelf wou maken. (NB Je kunt ook een groot rondje maken om het hele ‘eiland’, dat duurt ongeveer een uur.)
Kwam zo bij een stuk wat ik nog niet kende: een klooster, heeeeeel veel apen, weer een beetje omlaag naar het busstation en daarna weer omhoog naar de grote stupa. (bij dat klooster was er trouwens ook eentje. Lees ik later dat er een kleine berg is vlak naast S. geheten: Kimdol. In Tibetaans: Vulture Peak, Nepalees: Heap of Rice. Er zaten vele grote lama’s daar te mediteren: 13e Karmapa, 10e Shamarpa e.a.)
Het begint hier haast normaal te worden dat ik eerst iets zie of meemaak (Vulture Peak, gouden tekst van Hart-sutra) en pas daarna hoor of lees dat het heel speciaal is.
Eindelijk, bij avondvallen was ik bij S. aangeland. Rondgelopen (heet: Kora-lopen) grote kaars gekocht en neergezet bij Amitabha. (daar hoort bij, ja ja ik heb het allemaal al geleerd: de kleur rood, het westen, de dichtstbijzijnde hemel en de klank ohm.)
Ik mocht mijn grote kaars binnen in de nis neerzetten (terwijl de nog grotere kandelaar werd weggezet wegens brandgevaar) Later stak iemand zijn kleine kaarsje aan de mijne aan. Voelt goed.
Was eigenlijk alleen van plan om een paar kleine gau’s (gau is soort doosje wat je om je nek kan hangen) om daar wat mandala-zand voor de wereldvrede in te doen (het klooster waar ik logeer had daar een week lang meditaties over uitgesproken, van 6 u ’s morgens tot 4 uur ’s middags, dus dat zou wel krachtig genoeg zijn), maar de handelaren waren al aan het opruimen. Met moeite (zoeken in ingepakt spul) opdringen van van alles: geld (kinderen) singing bells (grote koperen schalen die ik niet hoef) alle maten en soorten gau’s (terwijl ik de mijne als voorbeeld om mijn nek had hangen en een kapotte teruggegeven) 2 mooie veroverd: eentje voor 250 roepies (=2.50 euro) en een mooie voor 300, met zelfs nog een touwtje, in ruil voor de kapotte omdat de man naar huis wou…….
Wolken apen om je heen overal. Deze populatie begint haast op een plaag te lijken.
Er staan veel mensen bij de uitkijkpost. Waarom? Ze wachten tot de maan opkomt, zegt de man naast mij. We wachten. En kletsen over voetbal, Gullit, van Basten en verder over alle kleuren goden en godinnen die in alle richtingen in de bergen zouden zitten. Ik vraag weer mijn standaard-vraag: ” Gelooft u dat de S. stoepa uit een lotus is gegroeid?” Tot mijn opluchting zegt de man (een rasechte Nepalees, ja ja) ” Neeee, natuurlijk niet! Maar men zegt wel dat er onder deze stoepa een meer ligt.” Nou ja, oke, dat wil ik nog wel geloven. Onderaardse meren bestaan. Maar een hele berg uit EEN lotus? Nee, dat is teveel.
Intussen vaag licht en even later verschijnt de maan als een imposante oranje bal boven de bergruggen. Contrast met de scherp-witte lichtjes in de stad. De bergruggen worden vaag beschenen door het maanlicht.
Het enige woord wat opkomt is: imposant. Maar eigenlijk kan je het gewoon niet in woorden vatten. Groots. Koninklijk. Bovenaards. Zoiets is het.
In het stikdonker (er is weer eens een energie-cut)met zaklamp de trappen af. Het zijn er heel veel en toch ben ik helemaal niet bang.