Het is nu zondag. 19 december. Best lang geleden geschreven, bijna een maand. Katerig. Huis puinhoop. Laatste weken alleen maar bezig geweest met dingen die moesten. Af moesten of gedaan moesten. Niet helemaal verschrikkelijk erg, soms zelfs wel leuk, maar daardoor helemaal niet bezig met de richting die ik op wil: de militairen. En de Thanga’s.
Even terug tot : de Brief.
Week later, met knikkende knieen, gebeld naar de mevrouw van PR. (Eerst nog super lopen zoeken naar de assertiviteitscursus-map. Weg! Daar staat nl precies , stap voor stap in hoe je bijvoorbeeld een verzoek doet. Heel netjes, zo van: “hebt u tijd?” Bij stap 1. Waar je zelf niet op zou komen als de zenuwen door je keel gieren en je weer zeker weet dat je een “agent” nodig hebt om jezelf aan de wereld te verkopen en je ook zeker weet dat die mensen er niet zijn voor gewone kunstenaars zoals ik. Uitgeleend aan : Sonja. Nee, teruggekregen van haar, zeker weten. Uitgeleend aan: geen idee. Misschien Durk, enige persoon die ik kan bedenken die zoiets zou willen lenen en ook zelden iets uit zichzelf terugbrengt. En verdomd, het is zo. ’t Idee alleen al dat ik weet waar de map is, geeft me een wat steviger gevoel. Oh ja, ik kwam op die map doordat ik Aveen een dag eerder had opgebeld om te vragen hoe je zoiets netjes aanpakt en zij begon bloksgewijs uit te leggen en ik dacht: “Waar heb ik dat vaker gehoord?” Die map dus! Sociale vaardigheden zijn gewoon aan regels gebonden, die je leert ergens in de puberteit. Als je dat gemist hebt: jammer dan, de rest van je leven blijft het geklooi met-niet-snappen-wat-er-aan -de-hand-is en verkeerde keuzes. Ach, nou ja, misschien ook wel door andere dingen, maar in mijn geval dan.)
Gebeld dus. Best aardig mens. De brief lag voor haar, ze had m gelezen, mij blijkbaar goed genoeg bevonden, maar wist zelf ook niet hoe ze mij in dat Defensie-apparaat moest krijgen! Bedacht :adverteren in de Defensie-krant. En zou navraag doen of ik iets aan folders neer mocht leggen op terugkom-dagen van familie. In ieder geval een opening en met die geruststellende gedachte stort ik mij op het vele(kunst)werk wat nog ligt te wachten: het schilderij van Durk wat al tijden staat te wachten, het doosje voor een dood-gegaan kindje uit UMCG, alle workshops regelen van Pand49, Kerstmarkt, S.Dit nog los van huis in Kerstsfeer proberen te brengen, kind proberen op de rails te houden, hond proberen iedere dag een superdure pil door de strot te duwen (wat vaak niet lukt). Enfin, Thangka-schilderen kan ik helemaal wel vergeten zo.