Dode Lente (1993, 1996)
Dit werk ontstond geleidelijk. Het begon met de gedachte om mijn bloemen in ijs in te vriezen zodat ze langer goed zouden blijven. Ik kon ze zo ook de vorm geven die ik wilde.
Tegelijkertijd was ik zeer betrokken bij de oorlog in Joegoslavië. Ik wilde ook iets doen, het diepe gevoel van machteloosheid en verdriet weergeven wat in de meesten van ons leeft hierover.
Uiteindelijk werden het 2 ijsschalen die op verschillende hoogte op zwarte buizen boven donker water stonden te druppelen. De bloemen waren van Rhododendrons: een dikke schaal gele en oranjerode bloemen, heel fel van kleur.
De schalen waren van binnenuit verlicht. De ruimte was verder donker, alleen hing er vrij hoog -geschreven in witte, verlichte letters- een gedicht wat ik in het voorjaar had gemaakt. Het gedicht was alleen leesbaar op het wateroppervlak en werd bewogen doordat de druppels in het water vielen. Hierdoor kwam de gevoelsmatige verbinding tot stand tussen de schalen en het gedicht:
dode lente
de wind waait een
verre geur van bloed aan.
nooit feller, nooit korter
bloeide mijn boom.